Altijd en overal was Johan Neeskens de favoriet van de toeschouwers: bij Ajax, in de gouden beginjaren zeventig van de vorige eeuw, bij het Nederlands Elftal en in het Camp Nou van FC Barcelona.
Johan Neeskens voetbalde op het ritme van het publiek. Galmde zijn naam door het stadion dan liep hij nog harder, tackelde hij nog fanatieker, trapte en kopte hij nog beter. ‘Ik kleunde er altijd in, met volle overgave, en dat ik soms bont en blauw werd getrapt, deed me niets.
Zo lang je kunt blijven lopen, kun je voetballen. Ook met pijn.’