Geen sportjaar was zo vrolijk als 1988, toen de Grote Markt in Haarlem volliep om met Yvonne van Gennip haar drie gouden medailles van de Winterspelen in Calgary te vieren. En dat was nog maar het begin. PSV won in 1988 de Europa Cup 1, het behoorlijk Hollandse KV Mechelen de Europa Cup 2, autoracer Jan Lammers zegevierde in de 24 uur van Le Mans, Monique Knol sprintte in Seoul naar Olympisch wielergoud op de weg, Nico Rienks en Ronald Florijn roeiden op de Zomerspelen de onverslaanbaar geachte Oost-Europeanen voorbij en in de Tour de France grossierden de Nederlandse wielrenners uit de ploegen van Jan Raas, Peter Post en Jan Gisbers in dagsuccessen, sprintkoning Jean-Paul van Poppel en Steven Rooks in zijn bolletjestrui voorop.
Maar voor de absolute hoogtepunten in ’88 zorgde natuurlijk het Nederlands elftal met die zege op de Duitsers in de halve finale van het EK, was er het spontane volksfeest dat als Bevrijdingsdag voelde. En daarna was er de nationale euforie vanwege de gewonnen finale.
Een kwart eeuw na dit jubeljaar uit de vaderlandse sportgeschiedenis blikken Wessel Penning en Jaap Visser met tal van betrokkenen terug op de glorieuze momenten van het uitmuntende sportjaar 1988. En in dit vrolijke boek van Kick uitgevers, met heel veel mooie en indringende foto’s van Leo Vogelzang, verklaart Kees Jansma zijn liefde voor de Olympische Spelen en biecht Hugo Borst op dat hij heeft gespioneerd voor de Sovjets van voetbalcoach Valeri Lobanovski. Maar dat mocht niet baten, want 1988 was het jaar van Oranje.